Hans Bloemen - BPM Consultant |
Medewerkers binnen een organisatie zijn nog wel eens huiverig voor procesmanagement vanwege de gevolgen die dit kan hebben voor hun dagelijkse werk. Een van de bezwaren die dan wordt genoemd, is dat werken volgens processen voorschrijft hoe ze hun werk moeten doen. Er is dan geen ruimte meer voor creativiteit. Men heeft het gevoel in een harnas terecht te komen.
Ikzelf heb het tegenovergestelde ervaren… Door de processen helder vast te leggen en deze te volgen kan er juist méér ruimte voor creativiteit zijn! Ik zal dit illustreren naar aanleiding van een voorbeeld.
In mijn vroegere functie als software ontwikkelaar heb ik bij verschillende bedrijven gewerkt. Onder andere voor een groot telecombedrijf, waar de softwareontwikkeling volgens een straks geregisseerd proces verloopt, CCM level 5. Bij dit telecombedrijf had ik tijdens het ontwikkelen altijd het gevoel dat ik allerlei creatieve oplossingen kon bedenken voor de softwarevraagstukken waar ik tegenaan liep. Ik wist dat het gehele ontwikkelproces zo was ingericht dat de kwaliteit van de software die gereleased werd was gegarandeerd. Er waren allerlei documenten met benchmarks, reviewsessies, testprocessen e.d. voorgeschreven voordat de software in gebruik werd genomen. Natuurlijk gaat zo’n proces ten kosten van de ontwikkeltijd, maar het oplossen van problemen in het veld (de software ging over de hele wereld) zou een veelvoud aan geld gaan kosten.
Later ontwikkelde ik software bij een kleine organisatie. Hier was weinig geregeld. Ik moest nieuwe software schrijven voor het scannen van barcodes van bezoekers en in een database controleren of ze betaald hadden. De eerste keer dat de software in gebruik werd genomen ging het gelijk om 30.000 bezoekers. Tijdens het ontwikkelen van de software voelde ik me helemaal niet comfortabel, omdat er geen proces was. Ik had natuurlijk alle ruimte voor creativiteit, ik werd nauwelijks gecontroleerd. Maar die ruimte nam ik niet! Ik viel toch terug in allerlei beproefde software concepten, omdat ik er dan iets zekerder van was dat alles zou werken. Ook heb ik zelf een testplan geschreven en alles uit den treure getest. Maar het bleef spannend omdat ik mijn eigen werk moest testen.
Wat ik met deze voorbeelden wil duidelijk maken: bij het telecombedrijf waar de ontwikkelprocessen strak waren geregeld had ik meer vrijheid voor mijn creativiteit dan het bedrijf waar geen processen waren vastgelegd.
Dit principe gaat natuurlijk niet in alle gevallen op. Maar in mijn functie als BPM consultant krijg ik vaak te maken met organisaties en processen die zo zijn ontworpen, dat aangegeven wordt ‘wat’ er gedaan moet worden maar niet ‘hoe’. Het ‘wat’ garandeert de kwaliteit van de output. Het ‘hoe’ is niet beschreven en wordt aan de medewerker overgelaten. Kortom, het bezwaar tegen het harnas van procesmanagement is lang niet altijd terecht!